‘Inkrimpen veestapel heeft grote gevolgen voor ons circulaire voedselproductiesysteem’

laura-anderson-CP9GGy_LkIY-unsplash (1)

Varkens, kippen en koeien spelen als reststroomverwerkers een cruciale rol binnen ons circulaire voedselproductiesysteem. Tot die conclusie komen vier studenten van de HAS Hogeschool in Den Bosch in hun afstudeeronderzoek. Karel van der Velden, business development manager bij diervoederproducent Nijsen, is niet verrast: “Dat er wat moet gebeuren met het grote aantal reststromen in Nederland is al langer duidelijk. Als we de veestapel inkrimpen, wordt dat probleem alleen maar groter.”

Dat er jaarlijks enorm veel voedsel – zo’n twee miljard kilogram – wordt verspild, is al langer bekend. “Daar moet wat mee gebeuren”, is Karel van der Velden, business development manager bij de Limburgse diervoederproducent Nijsen, stellig. Hij begeleidde de vier studenten van de HAS tijdens hun afstudeeronderzoek naar dit onderwerp. “Hoeveel dieren kunnen in Nederland gehouden worden als ze enkel gevoed worden met rantsoenen gemaakt van reststromen? Dat wilde ik onderzocht hebben. Het liefst zag ik dat ook runderen en pluimvee erbij betrokken werden, maar om het project behapbaar te houden, is er alleen naar varkens gekeken.”

Twee keer zoveel

Daphne Vliegen, onlangs afgestudeerd aan de opleiding International Food & Agribusiness, stortte zich samen met drie medestudenten op die vraag. Vliegen: “We hebben onder andere op papier gezet welke nutritionele eisen er aan varkensvoer worden gesteld en hoeveel reststromen en bijproducten er in heel Nederland beschikbaar zijn. Met die en nog wat extra gegevens berekenden we dat ruim twee keer het aantal varkens dat in Nederland gehouden wordt, gevoed kan worden met voer dat uitsluitend gemaakt is van voedselreststromen.”

De voedingsmiddelenindustrie blijkt veruit de grootste producent van reststromen en bijproducten te zijn. Vliegen: “Ook in de horeca en huishoudens wordt veel verspild. Maar die voedselresten worden niet gebruikt voor diervoeders, omdat dat wettelijk nog niet is toegestaan. Als die stromen op een veilige, verantwoorde manier gescheiden ingezameld worden en dus ook geschikt zijn voor gebruik in diervoeders, kunnen er zelfs nog meer dieren van enkel reststromen eten.”

Domino-effect

Varkens, maar ook koeien en kippen, spelen dus een cruciale rol als het gaat om het verwerken van reststromen. “Dat moet ook bij de politiek en de maatschappij gaan doordringen”, waarschuwt Van der Velden. ”Inkrimping van de veestapel wordt als dé oplossing gezien voor het klimaatprobleem, maar men beseft niet dat dat besluit op veel andere gebieden juist verstrekkende nadelige gevolgen heeft. Het werkt als een domino-effect. Ons voedselproductieysteem werkt heel efficiënt, maar wat gebeurt er met reststromen als de dieren er niet meer zijn? Zo complex is ons voedselproductiesysteem en zo belangrijk zijn dieren daarin.”

SharpSpring-header-Nijs_to_Meet