Tips voor goede silohygiëne

tips Silohygiëne

Ondanks dat de buitentemperatuur momenteel nog relatief laag en de kans op (lichte) nachtvorst de komende weken nog aanwezig is, is het altijd verstandig om aandacht aan silohygiëne te besteden. Dit is hét moment om je silo te (laten) reinigen en daarmee goed voorbereid te starten aan een periode, waarin de temperaturen soms flink op kunnen lopen. Onze specialist Broodmelange, Erik Klaessens, vertelt in dit artikel over de mogelijke gevolgen van onvoldoende hygiëne in de silo en de rol die temperatuurstijgingen hierbij spelen.

Gevolgen van onvoldoende hygiëne

Bij de opslag van vochtrijke bijproducten is hygiëne van groot belang. Een vochtrijke omgeving kan de basis vormen voor de (her)groei van micro-organismen zoals gisten, schimmels en enterobacteriën. Mogelijke gevolgen van ongewenste micro-organismen zijn:

  • verlies van droge stof;
  • daling voederwaarde;
  • negatieve invloed op de smaak van het voer;
  • negatief effect op het rendement van het voer;
  • negatief effect op de gezondheid van dieren.

Voorkomen van ongewenste micro-organismen

De groei van ongewenste micro-organismen is relatief eenvoudig te voorkomen. Enkele praktische tips op een rijtje:

  1. Laat je product niet te oud worden. Elk product heeft een ‘bijsluiter’ wat houdbaarheid betreft. Leef deze houdbaarheidstermijn dan ook zorgvuldig na.
  2. Werk hygiënisch. Laat geen voerresten liggen en poets een gemorst product altijd weg.
  3. Maak de silo zo vaak mogelijk volledig leeg, voordat een nieuwe vracht komt. Het nieuwe product wordt dan niet besmet met eventuele micro-organismen uit een vorige vracht.
  4. Installatie van een kleine resttank. Wanneer je over een kleine resttank beschikt, kun je het laatste deel van het product hier in overbrengen, voordat je voorzien wordt van een nieuwe vracht. Tegelijkertijd kan op dat moment de grote silo gereinigd worden, zonder dat je volledig leeg komt te staan.
  5. Zorgvuldige en regelmatige reiniging:
    • Reinig silo’s, bunkers, leidingen en voertroggen volgens een bepaalde regelmaat:
      • Suikerrijke producten: 6 maal per jaar;
      • Eiwitrijke producten: 4 tot 6 maal per jaar;
      • Zetmeelrijke producten: 2 tot 4 maal per jaar.
    • Zorg dat de silo voldoende geventileerd is, voordat de silo betreden wordt. Het advies is om het reinigen van de silo altijd met twee personen uit te voeren.
    • Het reinigen van een silo kan met behulp van water. Spuit de silo schoon en laat deze 24 uur drogen. Ook kun hierbij een schoonmaakmiddel ingezet worden (gebruik deze niet te vaak, alleen als het hardnekkig en noodzakelijk is).
    • Overweeg eventueel het inschakelen van een bedrijf dat gespecialiseerd is in siloreiniging.

“Bij buitentemperaturen van 30 graden, kan de temperatuur in de silo oplopen tot boven de 60 graden.”

Kortom, het regelmatig schoonmaken van de silo en goed leeg laten komen is erg wenselijk. Zeker met de warme periode in aantocht is nú zaak om met een ‘schoon bordje’ te werken. Zelf houd je er toch ook niet van als je avondeten wordt geserveerd op hetzelfde (vieze) bord, dat gisteravond voor je neus stond? Wist je dat de temperaturen in een silo bij een buitentemperatuur van 20 graden al op kunnen lopen tot 40 à 45 graden? Wanneer het kwik buiten tot boven de 30 graden stijgt, dan kan het in een silo zelfs heter dan 60 (!) graden worden. Dus reinig, zeker in het voorjaar wanneer de temperaturen nog laag zijn en producten goed voorradig zijn, de silo’s met brijvoer en voorkom problemen in de zomer!

Siloreiniging bij Bakermans Varkenshouderij in Heeze.

Overzicht micro-organismen 

 Gisten  Schimmels  Enterobacteriën
Schuimen van het voer Witte of gekleurde laag op de toplaag of snijvlak van het voer Zwavelachtige geur
Daling droge stof percentage Afbraak nutriënten Verlies voederwaarde
Afbraak nutriënten Smaak van het voer loopt terug Smaak van het voer loopt sterk terug
Duidelijke smaak vermindering van het voer Mogelijke productie van mycotoxinen Rotting van het eiwit
Voederwaardeverlies

Gisten in suikerrijke producten

Gistvorming dient vooral bij suikerrijke producten te worden vermeden door de juiste hygiëne en  conservering. Tijdens een sterke gisting van het product kan er in korte tijd erg veel CO2 gevormd worden. Dit leidt tot een verlies van droge stof en voerderwaarde, verspilling van het product bij het overlopen van opslagen en druk in leidingen en voormengers.

De pH van vochtrijke producten, die veelal lager is dan pH 4,5 biedt weliswaar voordelen bij het beperken van ongewenste bacteriën zoals E. coli en salmonella, maar biedt geen absolute garantie tegen gisten. Gisten kunnen namelijk bij een erg lage pH (2-4) overleven. Een goede hygiëne van de opslagtanks, voerkeuken, voerleidingen en voertroggen is absoluut vereist om problemen met gistvorming zoveel mogelijk te voorkomen. Bij onvoldoende hygiëne bestaat de kans dat na verloop van tijd een dusdanige hoeveelheid gisten in de opslag is achtergebleven, dat deze makkelijk uit kunnen groeien na een nieuwe levering. Enkele dagen na levering van de nieuwe vracht kan er dan gisting ontstaan, die wordt veroorzaakt door de exponentiële groei van gisten.

Let op, niet alle CO2 vorming is gisting. Verse producten en fermentatie producten blijven werken (vorming van melkzuur). Hierbij zie je ook bubbels aan de oppervlakte verschijnen. Over het algemeen is deze natuurlijke fermentatie een omzetting naar melkzuur. Dit leidt tot een verbeterde opname bij het varken en is dus een gunstig effect!

Schimmelvorming

Schimmels komen in vochtrijke diervoeders alleen voor op de toplaag, dit omdat ze zuurstof nodig hebben om te kunnen groeien. Schimmels gebruiken vooral eiwitten en suikers om te groeien. Vorming van schimmels tijdens opslag is niet wenselijk. De effecten zijn afhankelijk van het type schimmel dat voorkomt. Vaak zijn schimmels niet gevaarlijk, maar de gifstoffen die ze produceren, de zgn. mycotoxinen, wel.

Voorkomen van de schimmels is eigenlijk niet meer dan het roeren van het product. Bij aardappelstoomschillen (deze worden meestal niet geroerd) zie je deze witte laag. Deze kun je stuk spuiten of met zuur behandelen. Mocht dit te erg zijn, verwijder deze laag dan en voer het zeker niet op.

Enterobacteriën

Enterobacteriën zijn gramnegatieve bacteriën. Hieronder vallen o.a. E.Coli en salmonella. Enterobacteriën komen vaak voor in gemalen grondstoffen, zoals gemalen granen. Het contactoppervlak, en daarmee de beschikbaarheid van nutriënten, is na het malen sterk verhoogd. Daarnaast stimuleert de extra warmte de bacteriegroei. De enterobacteriën zetten eiwitten om in ammoniak, biogene aminen en toxinen. Suikers zetten zij om in azijnzuur en uit nitraat kunnen de bacteriën het giftige nitriet vormen. In bijproducten komen enterobacteriën relatief weinig voor door de lage pH. Een indicatie van de aanwezigheid van enterobacteriën is een zwavelachtige geur. Ook hier is hygiëne belangrijk om deze bacteriën te vermijden. Enterobacteriën leiden niet alleen tot voederwaardeverliezen. Door afwijkingen van de smaak en geur van het voer daalt ook de voeropname.

Ondersteuning bij silohygiëne nodig?

Kun je hulp gebruiken bij het op orde brengen van je silohygiëne? Of heb je behoefte aan meer uitleg over de bestrijding en het tegengaan van micro-organismen? Neem contact met mij op en ik help je graag!

Erik Klaessens specialist broodmelange Nijsen

SharpSpring-header-Nijs_to_Meet