Fosfor verlagen zonder diergezondheid te schaden
Tussen de diverse grondstoffen en voeders/rantsoenen onderling bestaat een grote variatie in de waarden van bruto en verteerbaar fosfor. Bij de rantsoensamenstelling is daarom zaak alle in aanmerking komende bestanddelen te beoordelen op de effecten. „Dus naast de voerkosten ook de mestafzetkosten in de kostprijsberekening meenemen”, legt Emiel Friesen tijdens de Pig Business bijeenkomst in Nederweert-Eind uit.
Deze laatste is te berekenen door de prijs/m3 mestafzet te vermenigvuldigen met bijvoorbeeld 000,4 bij een gemiddeld vleesvarkensbedrijf. Het uiteindelijke effect van het bestanddeel mestafzet op de kostprijs per kg vlees, verschilt sterk per bedrijf. Bovendien hebben de mestafzetkosten bij een zeugenbedrijf een groter effect op de kostprijs dan bij een vleesvarkensbedrijf. Friesen: „Ieder bedrijf is anders. De uiteindelijke mestafzetkosten zijn onder meer afhankelijk van aspecten als de fosfaatplaatsingsruimte op de eigen grond, de technische resultaten, de gehaltes en de afzetwijze van de mest en het voersysteem. Kortom: heel bedrijfsspecifiek.”
Rantsoensamenstelling
De rantsoensamenstelling heeft effect op enerzijds de voerkosten maar anderzijds ook op de mestafzetkosten. Dit vanwege de fosfaataanvoer via voer. Keuzes in de rantsoenen dienen dan ook vanuit deze benadering te worden gemaakt. Zo moet een lagere rantsoenprijs, door gebruikmaking van bepaalde bijproducten met een hoog bruto fosforgehalte, wel opwegen tegen een hogere fosfaataanvoer via het voer (= hogere mestafzetkosten). Grondstoffen en voeders met een laag bruto fosforgehalte zijn over het algemeen beter verteerbare / hoogwaardigere grondstoffen. Dit is bijvoorbeeld positief voor de voerconversie. Volgens Friesen maakt dit in potentie een verbetering van het technisch resultaat aannemelijk.